Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 216

De nachtelijke lucht is dik met de geur van geroosterde vis, gekruide zeewier en iets zoets dat me aan honing doet denken. Het dek van de Nereid bruist van het lachen, het klinken van bekers en het verre geluid van muziek die uit een versleten radio komt die iemand moet hebben opgeduikeld.

De zacht...